Wat is Sensorische informatieverwerking?

Wanneer we met onze zintuigen iets zien, voelen, ruiken, proeven of horen, noemen we dat waarnemen. Vaak is zo’n waarneming aanleiding voor ons om iets te doen of juist niet te doen.

Maar ook bij dagelijkse activiteiten zoals eten en aankleden, maken we gebruik van de informatie van deze waarnemingen. De samenwerking tussen waarnemen en de activiteit die daarvan het gevolg is, wordt sensomotorische informatieverwerking genoemd.

  • Het voelen van een aanraking of het tastgevoel.

Het tastzintuig bevindt zich vooral in onze huid. Hierdoor kunnen we voelen wanneer we aangeraakt worden en voelen of iets warm of koud is en hard of zacht.

Ook of het prettig is om door iemand te worden aangeraakt, maar ook of de grond stevig genoeg is om op te staan.

  • Het voelen van een beweging of het evenwichtsgevoel.

De informatie van het evenwichtsorgaan, dat zich vlakbij de oren in ons hoofd bevindt, noemen we het evenwichtsgevoel. Dit orgaan informeert ons over de stand en de bewegingen van het hoofd.

Hierdoor waarschuwt het evenwichtsorgaan als we dreigen te vallen. Bijvoorbeeld bij het struikelen over een losse stoeptegel. Dit gevoel wordt ook wel vestibulaire informatie genoemd.

  • Het houdings- en bewegingsgevoel.

Deze informatie is afkomstig uit zintuigcellen in onze spieren en gewrichten.

Hierdoor krijgen we vooral informatie over de houding van ons lichaam en de manier waarop wij zelf bewegen.

Dit gevoel wordt ook wel proprioceptieve informatie genoemd.

In de logopedische praktijk worden kinderen aangemeld waarbij de sensorische informatieverwerking zich niet goed ontwikkelt.

Dit kan onder andere gevolgen hebben voor de mondmotorische-, spraak-, taal-, en articulatieontwikkeling, maar ook voor de ontwikkeling van de luistervaardigheden en op het gebied van eten en drinken.

  • Eten: slordig eten, veel morsen, niet goed kauwen, geen stukjes eten, veel bijten op kleding
  • Mondgewoonten: “inspanningskwijlen”
  • Adem: problemen met het regelen van de adem tijdens spreken.
  • Spraak: uitspraakfouten en omkeringen binnen het woord (prateldik=prik-keldraad), mompelend en binnensmonds spreken, neiging tot een te hoog spreektempo.
  • Taal: lange zinnen zijn grammaticaal moeilijk, slordige zinsbouw.
In de behandeling zal de S.I. gecombineerd worden met de logopedische oefeningen om tot een zo goed mogelijk resultaat te komen.

S.I. therapie vindt op een speelse manier plaats. Het aanbod van materialen is zeer gevarieerd zodat de zintuigen op diverse manieren aangesproken kunnen worden, zoals een grote bal, trampoline, loopschildpad, ballenhuis, balanskussen, wiebeltol, staptegels, diverse blaas- en zuigmaterialen